Responsive image

2.2.1 Industriële transformatie en...

Download de app voor meer functionaliteit.

2.2.1 Industriële transformatie en...

2.2.1 Industriële transformatie en koolstofbeprijzing

De groene transitie biedt grote kansen voor de EU-industrie, aangezien we een voortrekkersrol voor de rest van de wereld vervullen op het gebied van de ontwikkeling van markten voor schone nieuwe technologieën en producten en de creatie van duurzame, lokale en gekwalificeerde arbeidsplaatsen in heel de EU. De industrie in de EU is bereid te investeren, maar heeft behoefte aan voorspelbaarheid en aan een coherent regelgevingskader, toegang tot infrastructuur en steun voor innovatie.

Het pakket omvat nieuwe eisen voor de industrie om productieprocessen koolstofvrij te maken, maar ondersteunt ook mechanismen voor de adoptie van nieuwe technologieën. Het innovatiefonds, dat steun verleent voor investeringen in schone energie door het bedrijfsleven en door kleine en middelgrote ondernemingen, zal zijn financiering ter ondersteuning van innovatieve projecten en infrastructuur voor het koolstofvrij maken van de industrie verhogen. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan projecten in sectoren die vallen onder het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM).

In het licht van de behoefte aan sterkere emissiereducties stelt de Commissie vandaag voor dat tegen 2030 sectoren die onder de herziene EU-ETS 4 vallen hun broeikasgasemissies met 61 % moeten verminderen ten opzichte van de niveaus van 2005. Om dit te bereiken, moeten we het jaarlijkse emissieplafond verlagen in lijn met het traject om de hogere ambitie voor 2030 te halen.

Om de rol van koolstofbeprijzing in de vervoerssector te versterken, stelt de Commissie voor de huidige EU-ETS in de periode 2023-2025 geleidelijk uit te breiden tot de zeevaartsector. Ook zullen luchtvaartexploitanten meer inspanningen moeten leveren om hun emissies terug te dringen. Daarom stelt de Commissie voor om de gratis emissierechten die deze sector momenteel ontvangt, uit te faseren. Om ook de emissies van de luchtvaart op mondiaal niveau aan te pakken, zal de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) worden uitgevoerd via de richtlijn betreffende het emissiehandelssysteem van de EU. We zullen zowel nationaal beleid voeren als met onze partners op internationaal niveau blijven samenwerken via de Internationale Maritieme Organisatie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).

Fossiele brandstoffen die door het wegvervoer en gebouwen worden gebruikt, zijn ook belangrijke bronnen van emissies en vervuiling. Aangezien ze tot nu toe zeer moeilijk koolstofvrij te maken zijn, bieden ze volop potentieel voor innovatie en banenschepping. Zo zal emissiehandel in het wegvervoer de stimulansen voor de levering van schonere brandstoffen voor bestaande voertuigen vergroten. Emissiehandel zal zorgen voor een evolutie van de brandstoffen die voor de bestaande vloot op de markt beschikbaar zijn, door leveranciers ertoe aan te zetten hun brandstoffen koolstofvrij te maken. De koolstofprijs op zich staat echter niet garant voor een snelle overgang naar emissievrije mobiliteit. Daarvoor is flankerend beleid nodig, onder meer op het gebied van oplaadinfrastructuur.

Evenzo zal de toepassing van het emissiehandelssysteem op brandstoffen in de sector gebouwen helpen om schonere verwarmingsbrandstoffen op de markt te brengen, de terugverdientijd voor investeringen in renovatie te verkorten en het overstappen op andere brandstoffen voor verwarming en koeling in bestaande gebouwen te versnellen. Een en ander zal worden aangevuld met beleidsmaatregelen om de energie-efficiëntie van gebouwen en energieapparaten en -systemen te verbeteren, zodat ook de totale energiebehoefte in onze huizen en voor verwarming en koeling zal afnemen.

Daarom stelt de Commissie voor om vanaf 2026 emissiehandel te beginnen toepassen op wegvervoer en gebouwen. Dit zal gebeuren in een afzonderlijk systeem dat op toeleveranciers van brandstoffen is gericht, zodat brandstofproducenten de verantwoordelijkheid krijgen om aan de regeling te voldoen, in plaats van individuele huishoudens en wegvervoersgebruikers te verplichten rechtstreeks deel te nemen. De emissies van het wegvervoer en de bouwsector zullen worden geplafonneerd, waarbij het plafond mettertijd zal worden verlaagd zodat de totale emissies dalen.

Als internationale partners geen vergelijkbare ambitie delen met de EU, bestaat er een risico op koolstoflekkage, waarbij de productie van de EU wordt overgeheveld naar andere landen met een lager ambitieniveau voor emissiereductie. Als dit risico werkelijkheid wordt, zal er van een vermindering van de wereldwijde emissies geen sprake zijn. Daarom stelt de Commissie, zoals in punt 4 van dit document nader wordt uiteengezet, een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie voor, waarbij een prijs wordt vastgesteld voor de invoer van een beperkt aantal zeer vervuilende goederen op basis van hun koolstofinhoud.

Deze industriële transitie naar 2030 — en daarna naar klimaatneutraliteit — moet een collectieve en inclusieve inspanning zijn, die samen met de industriële ecosystemen wordt vormgegeven. In de geactualiseerde industriestrategie werd de gezamenlijke totstandbrenging van transitietrajecten met sociale partners en andere belanghebbenden aangekondigd, om in kaart te brengen hoe beide transities het best kunnen worden versneld en benut, door te kijken naar de schaal, snelheid en omstandigheden waar elk ecosysteem mee te maken heeft. De trajecten bepalen de omvang van de behoeften, met inbegrip van omscholings-, investerings- of technologiebehoeften, en ontwikkelen acties om hieraan tegemoet te komen, voortbouwend op inputs zoals routekaarten voor de industriestrategie. Er wordt prioriteit gegeven aan ecosystemen die inzetten op de transitie, met de meeste uitdagingen kampen en zwaar getroffen zijn door de crisis, zoals de mobiliteitssector, de bouwsector en energie-intensieve industrieën.

De Commissie is zich ervan bewust dat de groene transitie alleen kan slagen als de EU over de geschoolde arbeidskrachten beschikt die zij nodig heeft om concurrerend te blijven. Onderwijs en opleiding zijn van cruciaal belang voor bewustmaking en voor het stimuleren van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene economie via instrumenten als het groene onderdeel van Erasmus+ en de “Onderwijs voor klimaat”-coalitie. Met de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht voert de Commissie vlaggenschipacties uit om mensen toe te rusten met de juiste vaardigheden die nodig zijn voor de groene en digitale transitie. In het kader van de agenda faciliteert de Commissie ook de ontwikkeling van verbintenissen voor om- en bijscholing in alle industriële ecosystemen. Diverse ecosystemen, waaronder het ecosysteem van de autosector, hebben zich er al toe verbonden hun werknemers in de hele waardeketen om- en bij te scholen, in het kader van het pact voor vaardigheden.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.